Clubgeschiedenis
 
Na TTC Alt-Hoeselt (LK28), TTC Hoeselt (LK45) en TTC Flash Hoeselt (LK90) bleek dat 3 keer nog lang niet scheepsrecht was. 
Hen was namelijk geen lang leven beschoren. In het jaar 1979 moesten de Hoeseltenaren nog altijd emigreren om tafeltennis in clubverband te kunnen spelen. 
In een niet nader genoemd café - in Hoeselt bekend als 'bij Stès' - kwamen Marcel Holstein, Jos Snellinx, J. Voncken, Guido Vanlessen en Willy Willems bij pot en pint aan de praat over tafeltennis. Het was augustus 1979. In plaats van thuis op de keukentafel tegen moeder de vrouw te pingpongen, wilden ze onder mekaar wat spelen. Ieder van hen zou enkele mensen aanspreken om dan uiteindelijk met een 9-tal personen wat recreatief te pingpongen. Hadden we de heren toen verteld dat hun club 40 jaar later de grootste van Limburg zou worden met meerdere Limburgse, Vlaamse en Belgische kampioenen, dan waren ze nu waarschijnlijk nog niet bekomen van het lachen.
 
De pingpongkring - van tafeltennis durfden we nog niet spreken - groeide met de broers Gert en Jan Goffin, Rita Thewissen en Rik Gregoor aan tot een behoorlijk bestuur.
Om van een club te kunnen spreken, was er wat meer nodig! Waar halen we de tafels? Waar komt ons lokaal? Hoe geraken we aan genoeg clubleden en wie zorgt voor het geld? Daar het zonder gouden kalf niet zou lukken, legden allen 1000 Belgische frank op tafel, en van de tafel in de clubkas. BLOSO stelde 3 tafels ter beschikking, Guido Vanlessen bracht er eentje van thuis mee en de tafel van Willy Willems liep op wieltjes via de openbare weg tot in het lokaal. De schroeven die hij - allée zijn tafel - toen verloor zijn nooit teruggevonden.
 
Welk lokaal? Na enkele mislukte onderhandelingen met andere vestigingen, kon zaal Zwanenhof in de Dorpsstraat voor een schappelijk prijsje gehuurd worden. We moesten wel telkens opnieuw de tafels opbouwen en weer afbreken. Via lokale en andere berichten werden leden aangeworven.
Wie waren de eerste bestuursleden? Voorzitter werd Rik Gregoor, Willy Willems mocht secretaris spelen en Rita Thewissen ondervoorzitter. Jos Snellings werd penningmeester en de anderen mochten technisch verantwoordelijke op hun badge schrijven: Jan en Gert Goffin, Guido Vanlessen en Marcel Holstein. Het gemeentebestuur bevestigde de oprichting van een nieuwe pingpongclub en zo werd TTC Hoeselt op 4 oktober 1979 boven de doopvont gehouden. TTC Hoeselt sloot zich aan bij de K.B.T.T.B en kreeg het nummer LK 103. 
 
Om eerst de palet te leren vasthouden, hielden we 't het eerste seizoen bij vriendschappelijke wedstrijden. De begindoelstelling was immers recreatief tafeltennissen. Wel was er een ploeg aanwezig in een officieuze recreatiecompetitie die bezwaarlijk kon vergeleken worden met die van vandaag. Onze ploeg eindigde op een vijfde plaats op 9 teams. Kiennamiddagen moesten de clubkas spekken....
 
De andere spelers trainden op donderdagavond. De jeugd van 18 tot 19.30 uur en daarna de ouderen. Dat trainen hield vooral in je palet leren vasthouden en de bal op de tafel proberen te houden. BLOSO had begrepen dat op die manier geen Belgische kampioenen konden gekweekt worden en greep in: we kregen een trainer, Nand Vanhees van Rosmeer. Hij mocht één jaar blijven om ons de basis (lees: duwen) bij te brengen.
Bij het vrij spelen kwam er een buitenstaander bij, met name een wekker. Als die zijn gerinkel liet horen, moest je plaats ruimen voor andere spelers. We hadden immers maar 4 tafels ter beschikking - waarvan er ééntje geen witte lijnen had - en om iedereen te laten spelen werd een 20-minutengrens ingevoerd. Deze regel werd strikt opgevolgd, zelfs bij een 20-20 stand. Niet enkel deze wekker was een hindernis, er stond ook een fysieke hindernis tussen tafels 1 en 2. Hier stond een paal, genre elektriciteitspaal, die dikwijls verwenst is geworden.
 
Tijdens onze eerste 3 seizoenen werden er geen noemenswaardige resultaten behaald. De meeste Hoeseltenaren wisten waarschijnlijk niets af van het bestaan van een pingpongclub in hun gemeente. 1980-1981 werd het eerste seizoen in interclubverband. Twee herenploegen werden ingeschreven. Van onze toenmalige interclubspelers blijft er nog één over: Patrick Verbruggen.
 
Dé gebeurtenis van het tweede seizoen - of beter tussenseizoen - was de verhuis naar de O.L.V.-straat. De voorzitter, Rik Gregoor, stak zijn handen uit de mouwen om boven een magazijn een gezellig lokaal in te richten. Samen met enkele vrijwilligers werd de puinhoop aldaar opgeruimd, een trap gemaakt, lekken gedicht. En nadat de spelers klaagden over het feit dat ze tijdens de winter met handschoenen aan moesten spelen, kwam er zelfs een verwarmingsinstallatie in de zaal. Er werd ook gestart met een jeugdcompetitie.
Tijdens de opendeurdagen kwamen de toenmalige topspelers Eygemans en Vandewalle een pingpongshow geven en Jean Jans werd de nieuwe trainer.
Het tweede interclubseizoen was het eerste jaar van de mosselsouper - voorlopig nog in het eigen lokaal - wat later uitgroeide tot een grandioze eetdag in het Ter Kommen.
 
In het seizoen 1982-1983 werd voor het eerst een officieel tornooi (D-tornooi) ingericht. De eigen clubkampioenschappen werden voor het eerst in leeftijdsreeksen ingericht.
 
Iedere Hoeseltse tafeltennisser zijn eigen clubtruitje? Tot september 1983 was daar geen sprake van. Pas tijdens dat seizoen kregen we onze eigen blauwe truitjes. Op officiële tornooien werden de eerste prijzen behaald.
 
Dan komt echter het jaar van de grote ommekeer in de Hoeseltse tafeltennisgeschiedenis. Het memorabele seizoen 1984-1985. Het 5-jarig bestaan werd door meerdere gebeurtenissen iets speciaals. Vele jeugdige spelers en speelsters behaalden de eerste grote successen: Limburgse kampioenen met Geert Achten en Els Sillen, Vlaamse kampioene Els Lambregs. De cadetten - met o.a. Erwin Claesen - werden Kampioen van Limburg per ploeg. De interclubspelers van de A-ploeg werden kampioen in 4de provinciale en promoveerden zo naar 3de.
 
Ook wat het extra-sportieve gedeelte betreft moeten we enkele opmerkelijke dingen vermelden: het ontstaan van het - toen nog club'boekje' - 'Smashke' en de eerste echte kampioenenviering met een heuse, grappige pingpongshow en de nodige muzikale acts.
 
De club had dus de juiste weg ingeslagen. Sportieve en extra-sportieve successen volgden elkaar snel op. Het ledenaantal bleef aanzienlijk stijgen en TTC Hoeselt was een grote sportieve familie. 
 
Trainer Jean Jans hield het echter voor bekeken en werd vervangen door Gust Eerlingen.
 
Een 'kleine' discussie met onze onderbuur en intussen nieuwe eigenaar van het lokaal en het nog steeds aangroeiende ledenaantal verplichtte het bestuur op zoek te gaan naar een andere accommodatie. Of zou de ondertussen grootste club van Limburg zonder lokaal vallen en het voor bekeken houden?
Dat was uiteraard buiten ons bestuur gerekend. Met man en macht werd gezocht naar mogelijke oplossingen.
Er werd besloten een eigen lokaal te bouwen.
Bestuursleden, clubleden, familieleden, sympathisanten, ... iedereen droeg zijn steentje bij.
En het resultaat? Dat is onze grootste trots. In september 1990 werd plechtig een nieuwbouw geopend aan de Catsbeekstraat die mag gerekend worden tot een van de mooiste tafeltennislokalen van België.
 
Ondertussen zijn we weer heel wat jaren verder en mogen we nog altijd spreken van een bloeiende club. Met 2 herenploegen en een damesploeg in nationale reeksen, een grote recreatiefamilie en een prachtige jeugdwerking die de sportieve successen aan elkaar rijgt.
 
 
Wordt vervolgd... (Binnenkort: foto's uit 'de tijd van toen' !)